Skip to main content

Henne Lembeck

Het is een geniale vent, die de scharnieren van het voor- en achterdeksel van de 356 heeft onderworpen. Het systeem is simpel en werkt uitstekend, maar je moet maar op het idee komen.
Toch is niet lang iedereen meer tevreden met de werking en dat is na veertig jaar of meer ook niet zo vreemd. Speciaal het voordeksel, met zijn behoorlijke gewicht, zorgt voor de nodige slijtage. Bij de A en T5 moet het deksel ook bij iedere tankbeurt weer open en dicht. Niet alleen slijtage, maar ook vervuiling, gebrek aan smering en roestvorming zorgen voor problemen. Menigeen zie je, voordat hij het deksel weer sluit, eerst één of beide scharnieren een duwtje geven.
Toch is er wel wat aan te doen. Om de scharnieren te verwijderen, is het vanzelfsprekend noodzakelijk om het deksel te demonteren. Ik leg daartoe een dikke doek op de paravan (= plaatwerk tussen ruit en klep) onder de rand van de klep en stop voor elke scharnier twee schroevendraaiers in de pasgaten. Hierna kunnen de bouten waarmee de klep is bevestigd, worden losgedraaid. Ben je alleen, trek dan aan één kant de schroevendraaiers uit de gaten en laat de klep zakken op de doek. Daarna komt de andere kant aan de beurt. Met z'n tweeën is het natuurlijk heel wat simpeler.
De scharnieren zelf zijn aan de voorkant met twee bouten in de bagageruimte- en twee andere bouten onder het dashboard bevestigd. Aan de achterkant zijn de bouten alle vier vanuit de motorruimte bereikbaar.

Bij de A en T5 is het een heel karwei om de bouten los te krijgen als de benzinetank nog op z'n plaats zit. Zijn de bouten verwijderd, dan kun je de scharnieren uit hun behuizing trekken.
Eventuele roest bestrijden of de bewegende delen smeren is nu geen probleem.
Anders wordt het, als het mechanisme is versleten. Het driepuntige rad en de hevel maken onvoldoende contact, zodat het rad niet in de volgende positie komt. Het is duidelijk waar de slijtage optreedt. De raakvlakken zijn de punten van het rad en de scherpe hoek van de hevel. Van oorsprong waren ze spits en door de jaren heen zijn ze mooi rond geworden. Zijn ze heel ernstig versleten, dan zal er op de punten iets opgelast moeten worden, maar in het algemeen is het voldoende om ze weer puntig te vijlen. In gedemonteerde toestand is het gemakkelijk om de werking te controleren. Zet ze niet terug in de wagen, voordat ze 100 procent zijn.
Werken ze weer als vanouds, dan zul je er veel plezier van beleven en is het risico dat er eens een knik in het voordeksel komt aanmerkelijk geringer.

Het plaatsen van het deksel gaat weer door middel van pinnen of schroevendraaiers in de pasgaten. Zijn de pasgaten nog goed, dan is het vrij eenvoudig. In het andere geval wordt het wel passen en meten om de goede hoogte ten opzichte van de paravan te vinden, en de dekselnaden links en rechts precies gelijk te krijgen. Misschien is het verstandig om bij demontage van een goedliggende klep, de pasgaten eventueel iets op te boren voordat de klep wordt verwijderd.